Generatie VII.

VII.1 Balthasar Slangen en  Maria Quaetackers        Hoensbroek
(zoon van VI.1, kleinzoon van V.1)
Balthasar is geboren op 16-6-1677 in Hoensbroek en daar gestorven op 16-1-1757, 80 jaar oud. Hij trouwde op 20-6-1702 in Hoensbroek met Maria Quaetackers, geboren in Hoensbroek op 17-11-1661 en daar  gestorven op 12-6-1726. Balthasar kon niet schrijven.
In 1731 had hij aan grond 4 bunder, 2 sillen en 28 roeden in eigendom. In 1733 stonden Balthasar en zijn zoon Thomas borg voor een schoonzus van Thomas en haar man die 300 gulden wilden lenen. Als onderpand stelden ze hun huis en hof en een bunder land op de Schurenberg.
Ze hadden maar 2 kinderen, die in Hoensbroek geboren werden.
1. Arnoldus is geboren op 15-10-1703 en is  in Hoensbroek gestorven op 31-10-1729, net 26 jaar oud.  
2. Thomas is geboren op 6-4-1706. Hij trouwde op 22-10-1732 in Nuth met Elisabeth Crijns (Crins). Zij is geboren op 19-7-1703 in Nuth en is gestorven op 6-3-1748 in Hoensbroek, 44 jaar oud. Thomas hertrouwde op 23-11-1748 in Hoensbroek met Elisabeth Meijs. Zij stierf op 17-12-1782 in Hoensbroek              VIII.2

Rijke en arme tak.
Balthasar woonde op een grote boerderij aan de noordkant van de Schurenberg (vlak bij de Naanhof).  De families Quaetackers en Slangen bezaten grote stukken grond op en rond Schurenberg. Vier generaties bleven op deze boerderij wonen; de oudste zoon erfde ze steeds. Het waren welgestelde boeren; ze hadden op de boerderij inwonend personeel. Gedurende 4 generaties waren de nakomelingen van Balthasar gemeenteraadslid, wethouder of burgemeester van Hoensbroek.
Petrus (VII.2), de broer van Balthasar, was was ook een grote boer maar hij stierf vrij jong. De kinderen waren dus al jong wees en dat betekende dat ze zonder hulp er iets van moesten zien te maken. De grootouders van beide kanten waren ook al overleden. Waar het precies mis ging is niet duidelijk; in 1770 hadden twee van de kinderen nog behoorlijk wat grond, maar toch waren ze rond 1800 arm. Zoon Arnoldus werd in 1781 voor 3 jaar uit Hoensbroek verbannen wegens "begane listen". Zoon Petrus vluchtte omdat hij ervan werd beschuldigd lid van de Bokkenrijders te zijn. De kleinzonen en vaak ook de echtgenoten van de kleindochters waren wolspinners (een slecht betaald beroep) en woonden veelal in Terschuren. Sommigen stonden te boek als arm, ze hadden helemaal geen inkomsten.
Terschuren was een arm gehuchtje bij kasteel Hoensbroek. In 1800 waren er 36 inwoners ouder dan 12 jaar. Hiervan waren er 21 wolspinner en 6 stonden te boek als arm. Ter vergelijking: in het nabij gelegen Hellebroek waren er slechts 4 wolspinners op een bevolking van 129. De wolspinners werkten voor de lakenindustrie in de omgeving Vaals-Aken.
kaartschuren 

   
VII.2 Petrus Slangen en Catharina van Aubel       Hoensbroek
(zoon van VI.1, kleinzoon van V.1)
Peter is geboren op 27-7-1689 in Hoensbroek. Hij trouwde op 22-7-1718 in Hoensbroek met Catharina van Aubel die is geboren op 9-2-1686 in Wijnandsrade. Petrus is in Hoensbroek gestorven op 6-10-1735, 46 jaar oud. Catharina was een maand eerder, op 5-9-1735, gestorven op een leeftijd van 49 jaar. Vermoedelijk was er toen een uitbraak van dysenterie.
In 1731 had hij aan grond 3 bunder en 68 kleine roeden in eigendom. Peter was vanaf 1703 tot hij overleed leendrager van het Nonnenleen op de Schurenberg. Er waren ongeveer 20 kleinere pachters van dit leen, maar Peter was de voornaamste. Hij betaalde hiervoor 15 goudgulden aan de Markies van Hoensbroek. Zijn vader Erken moest de bijbehorende eed afleggen omdat Peter in 1703 nog minderjarig (24) was.
Ze hadden 8 kinderen. De jongste was pas 6 toen de ouders overleden. De grootouders van beide kanten waren toen al overleden,; waar de kinderen opgegroeid zijn is niet bekend.
1. Maria Catharina is geboren op 8-7-1719 en is gestorven voor 1729
2. Nicolaus is geboren op 24-2-1721. Van hem is verder niets bekend. Mogelijk is hij in 1753 peetvader van  zoon Nicolaus van zijn broer Arnold.       
3 en 4. Margaretha en Anna zijn geboren op 18-9-1722. Van hen is verder niets bekend. 
5. Arnoldus is geboren op 12-2-1724; hij is gestorven voor 1787. Hij trouwde op 22-10-1747 in Hoensbroek met Gertrudis Beents. Zij is in Hoensbroek gestorven op 5-2-1787.    VIII.3
6. Petrus is geboren op 30-12-1725 en is gestorven in of voor 1730
7. Maria Catharina (Catrijn) is geboren op 17-5-1728 en gestorven op 1-5-1801 in Hoensbroek, bijna 73 jaar oud. Ze trouwde op 7-1-1755 in Hoensbroek met Wilhelmus Pijls. Hij is in Hoensbroek geboren op 29-4-1728 en daar gestorven op 8-9-1813 (85 jaar oud). Ze hadden 6 kinderen waarvan er een jong stierf. In 1753 had Catrijn 35 roeden land van het Nonnenleen in pacht. In 1762 verkoopt Willem 55 roeden land in het Bergs veltjen aan Thomas Slangen voor 30 stuiver per roede. In 1766 verkoopt hij 130 roeden wei en beemd in Terschuren voor 60 gulden. Enkele maanden later wordt ontdekt dat die grond gebruikt is als deel van de borg voor de vroegmis voor haar grootvader Erken Slangen (VI.1). Pijls borgt daarom met een halve sille land oop Terschuren. In 1770 hadden ze een eigen huis in Terschuren met 26 roeden koolhof, 128 roeden weide en 151 roeden akkerland. In 1788 verkochten ze 62 roeden land in Terschuren voor 3 gulden per roede. Het land was vermoedelijk geërfd van de vader van Catrijn. In 1796 stonden ze te boek als arm. Ook twee dochters waren arm; hun echtgenoten waren wolspinner.
8. Petrus is geboren op 29-10-1729 en gestorven op 13-12-1773, 44 jaar oud. Hij trouwde op 30-1-1755 in Kerkrade met Petronella Bolders. Zij is in Kerkrade gestorven op 4-2-1766, waarna Petrus op 3-5-1766 opnieuw trouwde met Maria Agnes Stalmans. Zij is geboren op de Locht in 1739 en is daar gestorven op 29-1-1818.             VIII.4

VII.3 Christianus Schlangen en  Elisabetha Pijls / Gertruid Driessen      Oirsbeek  
(zoon van VI.2, kleinzoon van V.2)
Kors is gedoopt op 12-5-1693 in Nuth. Zijn achternaam wordt ook als Slangen of Sclangen geschreven. Zijn moeder heeft hij nooit gekend en zijn vader verdween toen hij een jaar of 7 was. Hij groeide op bij zijn grootvader Corstgen Penders; daarom noemt hij zich ook wel Penders. Rond 1700 kreeg hij een deel van een erfenis van zijn grootouders en van een tante van vaderskant. Hij trouwde met Elisabetha Pijls. Zij is gedoopt op 28-4-1694 in Oirsbeek. In 1731 kreeg hij een erfenis van zijn tante Maria Penders. Zij was ongehuwd en woonde (net als enkele anderen van de familie Penders) in Amsterdam. In 1730 liet ze een testament maken en in 1731 overleed ze, 61 jaar oud. In het testament liet ze vastleggen dat Kors de erfenis moest gebruiken om zijn huis op te knappen. De erfenis bestond uit 125 kleine roeden grond in Hoensbroek die verkocht werden voor 37,5 gulden. Kors kreeg het geld niet zelf in handen; de koper betaalde het opknappen van het huis.
Elisabeth is in Oirsbeek begraven op 22-8-1740, slechts 46 jaar oud. De pastoor vermeldde in de overlijdensakte dat dat zij in ellende en zeer grote armoede overleden is. De pastoor, die mede als taak had om voor de armen te zorgen, had hier blijkbaar niet kunnen helpen. Kors zal vermoedelijk het geld liever aan drank besteed hebben dan aan zijn gezin, zoals ook blijkt uit het testament van zijn tante.
Op 7-1-1748 hertrouwde Kors in Heerlen met Gertruid Driessen (weduwe). Hij woonde toen aan de Heereweg. In 1760 moest Kors een sille grond in de Stroek van de hand doen omdat hij sinds 1743 geen erfpacht had betaald. Hij zou jaarlijks een vat en twee koppen graan moeten leveren aan de Prins de Ligne in Geleen. De koper nam deze schuld over en hoefde niets bij te betalen. De grond was een erfenis van de ouders Pijls. Kors is aan een beroerte gestorven op 17-4-1775 in Oppeven (Oirsbeek). Hij werd 81 jaar oud.
Uit het eerste huwelijk  had Kors 6 kinderen, allen in Oirsbeek geboren.
1. Arnoldus is geboren op 30-5-1722  en is gestorven op 4-1-1777 in Oirsbeek, 54 jaar oud. Hij trouwde op 11-1-1763 in Hoensbroek met Elisabeth Silverdant. Zij is geboren op 20-6-1733 in Hoensbroek en is gestorven op 15-10-1779  in Oirsbeek, 46 jaar oud.       VIII.5
2. Judocus is geboren op 4-7-1724 en genoemd naar de vader van Elisabeth. In 1756 woont hij nog in Oppeven en is hij getuige bij de doop van een kind van zijn broer Christianus. Verder is van hem niets bekend.      
3. Ida is geboren op 21-12-1726 en is gestorven op 21-2-1797 in Bingelrade, 70 jaar oud (volgens de overlijdensakte 80 jaar oud). Bij haar geboorte is ze ingeschreven als Penders; later noemde ze zich toch Slangen. Ze trouwde op 2-2-1752  met Petrus Meulenberg. Hij is in Bingelrade geboren op 15-2-1716 en daar gestorven 15-4-1769 , 53 jaar oud.De begrafenis was 2 dagen later. Er zijn twee zoons bekend; de laatste is pas geboren toen Pieter al overleden was.
4. Christianus is geboren op 20-1-1730. Hij trouwde op 29-1-1753 in Merkelbeek met Joanna Schrijen, gedoopt op 7-11-1711 in Hillensberg.           VIII.6  
5. Joannes is geboren op 27-4-1733. Op 4-10-1781 trouwde in Oirsbeek Josephus Schlangen (knecht uit Oppeven) en Ida Loughs (dienstmaagd,woonachtig in Doenrade, afkomstig uit Saeffelen). Mogelijk zijn Joannes en Josephus dezelfde persoon. Ida is (vermoedelijk) geboren op 23-2-1737. Josephus overleed op 12-2-1794 in Saeffelen, 60 jaar oud en is op 14-2 begraven., 60 jaar oud. Kinderen zijn niet bekend.         
6. Maria is geboren op 9-3-1736. Ze is in 1773 doopgetuige bij de doop van een zoon van haar broer Arnoldus.
Vermoedelijk is er nog een dochter Catharina die op 5-3-1815 in Bingelrade is gestorven Ze was 76 jaar oud, ongehuwd en geboren in Oirsbeek.
Rond 1800 woonde er in Doenrade een weduwe Christina Slangen. Zij was toen 70 jaar oud en is mogelijk ook een dochter (of schoondochter) van dit gezin. Ze was arm en woonde samen met twee dochters, Maria, die toen 30 was, en Catharina, 28 jaar oud. 

Generaties armoede.
VII.3ev 1740DoenradeHet gezin van Kors leefde in armoede. Zelfs de pastoor was onder de indruk van de ellende, zoals uit de overlijdensakte van zijn vrouw Elisabeth uit 1740 blijkt. En die armoede werd ook aan volgende generaties doorgegeven. Van de 5 kleinzoons van Kors waren er 2 ook al wees voor ze 10 jaar waren. Van die 5 kleinzoons werden er 4 wolspinner (een beroep dat niet veel opbracht) en een was er zelfs bedelaar. Twee waren getrouwd met vrouwen die uit een Bokkenrijdersfamilie stamden. Een van de kleinzoons had 6 kinderen, die allemaal stierven voor ze 5 jaar oud waren. En verschillende kleindochters hadden onwettige kinderen, iets dat in de lagere sociale klassen nogal eens voorkwam. Pas de achterkleinkinderen van Kors gaat het iets beter; er komen weer beroepen als kleermaker en kantonnier voor. De nakomelingen van Kors woonden in of in de buurt van Oirsbeek; rond 1900 woonden er nog in Sittard en in de provincie Luik.

VII.4 Arnoldus Slangen en Ida Kerckhofs         Zutendaal, Geverik
(zoon van VI.3, kleinzoon van V.2)
Erken is gedoopt op 29-5-1712 in Neerbeek. Hij trouwde op 23-4-1740 in de Hervormd kerk en op 8-5-1740 in de katholieke kerk in Beek met Ida Kerckhofs uit Geverik. Ida is in Beek gedoopt op 18-9-1720. Erken kon niet schrijven; Ida kon met moeite haar naam schrijven. Ze hadden met nogal wat tegenslag te kampen. In 1773 stierf hun schoonzoon na martelingen omdat hij een Bokkenrijder zou zijn en in 1777 overleed een zoon na te zijn afgeranseld door dorpsgenoten. Van ongeveer 1742 tot 1766 woonden ze in Zutendaal (B). In 1775 leenden ze 50 gulden en gaven ze daarvoor 172 kleine roeden land voor 6 jaar in bruikleen. Zolang ze het geld niet terugbetaalden bleef het land in bruikleen. De pachter moest het land elke 6 jaar goed bemesten. In 1785 hadden ze een achterstand in pachtbetaling van 53 gulden. Ze konden dat niet betalen. Hun zoon Joannes en schoonzoon Nicolaas Bovens regelden bij de notaris dat een stuk grond van 52 kleine roeden voor 6 jaar verpacht werd voor een bedrag van 50 gulden. Erken is begraven op 30-5-1785 in Beek, 73 jaar oud. Hij liet voor zijn vrouw en kinderen een schuld na van 700 gulden bij een kanunnik in Maastricht en nog twee kelnere schulden. Ida en de kinderen verkochten bij opbod twee percelen grond in Geverik. Het eerste, 107 kleine roeden, bracht 274 gulden op en het tweede, 205 kleine roeden, 656 gulden. Ida reisde in 1780 naar Leeuwarden om bij de doop van een kleindochter aanwezig te zijn. In 1790 stierf Maria, de ongehuwde zus van Ida. In een herberg aan het Wolfseind werd haar grond bij opbod verkocht. Het bracht 1576 gulden op. Bovendien had de Markies van Hoensbroek een schuld van 933 gulden bij Maria. Ida kreeg 1/5 van de erfenis. Ida overleed op 5-12-1790, 70 jaar oud.
Erken en Ida kregen 10 kinderen; de oudste werd in Beek geboren, de rest in Zutendaal. Opvallend is dat de oudste dochter haar naam goed kon schrijven en de zoons niet.
1. Maria Catharina is gedoopt op 12-5-1740. Ze trouwde op 27-5-1759 met Leonardus Pijls (Piels), gedoopt op 7-12-1735 in Beek. Ze kregen 6 kinderen, waarvan er één jong stierf. Leonardus stierf op 28-11-1773 aan de galg omdat hij een Bokkenrijder zou zijn. Twee maanden later stierf de vader van Leonard. Hij liet een schuld van 702 gulden na, waarvan 492 gulden gedekt werd door de verkoop van grond. Maria Kerkhofs (een tante van Maria Slangen) nam de rest van de schuld en het huis in Beek over. Het huis werd in twee gesplitst. In het ene deel woonde Maria Slangen met de kinderen, in het andere het gezin van Cornelia Pijls. Op 4-8-1782 hertrouwde Maria met Arnold Sloetmackers (Slootmakers) uit Stein. Hij was dagloner en is gedoopt op 28-7-1757. Met hem kreeg Maria nog een dochter. In 1783 schonk haar ongehuwde tante Maria Kerkhofs aan hen haar huis met koolhof bij de kerk in Beek, groot 16 kleine roeden. Maria Kerkhofs hield zelf in het huis een kamer aan de straat. In 1791 kopen ze voor 145 gulden 48 kleine roeden grond in Beek. In 1796 woonden ze nog in het huis in de Dorpstraat en was Maria strijkster. In hetzelfde huis woonde de Joodse slager Abraham Mozes. Maria is gestorven op 31-12-1802, 62 jaar oud. Arnold hertrouwde en overleed in Beek op 16-3-1814, 56 jaar oud.
2. Maria Elisabeth is gedoopt op 9-3-1743. Ze kreeg op 20-3-1770 in Zutendaal een onwettige zoon Gerardus, die na een week stierf. Tot haar trouwen woonde Elisabeth in Zutendaal. Ze trouwde op 8-1-1775 in Beek met Nicolaus Bovens, geboren op 11-5-1750 in Geleen. Hij was dagloner en kon zijn naam nauwelijks schrijven. Ze woonden in Beek-dorp en hadden 5 kinderen. Elisabeth is daar gestorven op 23-9-1811, 68 jaar oud. In 1812 hertrouwde Nicolaas met een vrouw die 22 jaar jonger was dan hij. Hij overleed op 18-10-1818 in Beek, 68 jaar oud.
3. Petrus is gedoopt op 10-10-1745. Hij trouwde op 26-11-1775 in Leeuwarden met Maria Koen. Zij is daar geboren op 12-11-1754. Pieter overleed op 1-1-1784, 38 jaar oud.. VIII.7A
4. Anna Maria is gedoopt op 29-2-1748 en ongehuwd gestorven op 16-8-1812 in Beek, 64 jaar oud. Ze woonde in Geverik en toen ze stierf bij haar zus Elisabeth.
5. Jacobus is gedoopt op 6-6-1751 en is begraven op 8-1-1777 in Beek, slechts 25 jaar oud.
6. Petronella is gedoopt op 23-11-1753. Zij is voor 1786 gestorven.
7. Joannes is gedoopt op 27-1-1755 en is gestorven op 30-7-1821 in Beek, 66 jaar oud. Hij trouwde op 10-2-1782 met Maria Catharina Kerckhofs. Zij is gedoopt op 4-7-1754 in Beek en stierf daar op 29-3-1829, 74 jaar oud. VIII.7
8. Arnoldus is gedoopt op 23-2-1758. Hij is voor 1786 gestorven.
9. Theodorus is geboren op 12-6-1760 en is gestorven op 17-4-1830 in Hobbelrade (Spaubeek) op de leeftijd van 69 jaar. Hij trouwde op 8-1-1792 in Spaubeek en in de hervormde kerk in Beek met Catharina Elisabeth Knooren uit Hobbelrade. Elisabeth is geboren in Spaubeek op 3-3-1763 en stierf op 5-1-1800, 36 jaar oud. Na haar dood  trouwde hij op 19-6-1800 in Oirsbeek met Maria Elisabeth Henssen, geboren op 3-2-1766 in Schinnen. Zij stierf, 45 jaar oud, op 6-7-1811 in Spaubeek. Op 20-2-1813 trouwde Theodorus in Spaubeek voor de derde keeer, nu met Marie Anne Menten. Zij is geboren op 4-7-1780 in Beek en was weduwe. Ze is gestorven op 7-7-1852 in Spaubeek, 72 jaar oud.    VIII.8
10. Willem (Gulielmus) is geboren op 22-8-1764 en is gestorven op 10-8-1847 in Ulestraten, 82 jaar oud. Hij trouwde op 23-10-1791 in Meerssen met Barbara Lonissen. Zij is in Ulestraten  gestorven op 27-11-1835.             VIII.9
 
Jacobus werd in Beek vermoord.
Jacobus (het vijfde kind) stierf op 25-jarige leeftijd nadat hij door iemand zwaar mishandeld was. Op Nieuwjaarsdag 1771 was hij in een herberg bij het kerkhof in Beek geweest en had woorden gehad met enkele anderen. Om half vier 'smiddags ging hij met drie vrienden terug naar Geverik. In de Molenstraat kwamen drie broers Rozenboom uit hun wei, samen met Hermanus Moens uit Beek, die een grote knuppel bij zich had. Willem Rozenboom zei tegen Jacobus :”Als gij niet spreken wilt, dan leckt mij am aars”. De 3 getuigen hebben niet gehoord dat Jacobus iets terug zei. Hans Leonard Rozenboom begon toen met de stok te slaan, ook toen Jacobus al op de grond lag. De drie vrienden van Jacobus probeerden hem te laten stoppen, maar dat hielp niet. Een week later stierf Jacobus. Volgens het sectie-rapport van de stadschirurgijn was zijn slaapbeen en een deel van het opperhoofdsbeen geheel verbrijzeld en waren de hersens beschadigd. Opper-drossaard Vignon van Valkenburg stelde een uitvoerig rapport met getuigenverklaringen en het sectie-rapport op. De 4 daders werden gearresteerd, maar niet bekend is welke straf ze kregen.  











stoppadeDoodgemarteld, maar waarschijnlijk onschuldig.
Maria Catharina, de oudste dochter, was getrouwd met Leonardus Pijls; hij was kuiper van beroep. Hij werd er in juli 1773 van beschuldigd lid te zijn van de Bokkenrijders. Hij zou betrokken zijn geweest bij berovingen bij de pastoor van Grevenbicht, in Hvert en in Laak. Ook werd hij en een aantal anderen beschuldigd van een diefstal bij a Campo op Nieuwhuis in Nuth. Onderzoek van de schepenbank van Nuth wees uit dat er daar nooit ingebroken is maar toch werden ze hiervoor veroordeeld. Op 14-11-1773 werd hij in Valkenburg gearresteerd. Hij was daar met de schutterij van Beek (24 man) om het lijk op te halen van iemand uit Beek die in de cel overleden was na gemarteld te zijn. Hij had niet bekend, maar moest toch in Beek (op Graetheide) onder de galg begraven worden. Leonardus werd op 16 november verhoord maar bekende niet. Op 27 november werd hij gemarteld. Dat gebeurde met een “stroppade”. Daarbij werden de handen op de rug gebonden en met een touw om die handen werd hij omhoog gehesen. Aan zijn tenen werden gewichten van 30 pond vastgemaakt. Zo moest hij hangen van kwart voor drie tot half vijf. Hij bekende niet; de arts liet het martelen stoppen. Daags erna stierf hij en werd ook hij in Graetheide onder de galg begraven. Hij liet een vrouw achter en 6 kinderen tussen de 5 en 14 jaar. Zijn weduwe moest 113 gulden advocaatskosten betalen. Een jaar later vluchtte een broer van Leonardus, nadat bekend werd dat ook hij beschuldigd werd van lidmaatschap van de Bokkenrijders.


VII.5 Leonardus Slangen en  Cornelia Stijpers / Maria Roex   Grijzegrubben
(zoon van VI.4, kleinzoon van V.3)
Leonard is geboren op 19-11-1693 in Nuth en is gestorven op 14-6-1762 in Grijzegrubben, 68 jaar oud. Hij kon schrijven. Hij trouwde op 31-8-1731 (38 jaar oud) in Spaubeek met Cornelia Stijpers (Zijfers, Sijbers, Sijpers) en had met haar 3 kinderen. Zij stierf in Grijzegrubben op 14-3-1738. Leonardus hertrouwde in 1741 met Maria Roex (Roox), geboren op 8-1-1700 in Nuth (Molenveld) en gestorven op 13-9-1759 in Grijzegrubben, 59 jaar oud. Het huis waar hij woonde heette “den Hoek”. In 1749 werd Leonard kerkmeester. Leonard kon schrijven, zoon Jan ook.
Uit het eerste huwelijk zijn 3 kinderen geboren en uit het tweede nog één.
1. Joannes is geboren op 25-8-1731 in Spaubeek (6 dagen voor het huwelijk) en is gestorven op 26-1-1802 in Maastricht, 70 jaar oud. Hij trouwde op  4-2-1753 in Amstenrade met Joanna Maria Bruls, geboren op 24-9-1733 in Amstenrade           VIII.10
2. Wilhelmus  is geboren op in 25-5-1733 Nuth  Bij hem was doopgetuige jonkvrouw Florentina de Negri die woonde op ten Dijken in Spaubeek. Wilhelmus is gestorven voor 1739.
3. Petrus is geboren op 18-3-1735 in Nuth en is ook gestorven voor 1739.
4. Matthias is geboren op 2-2-1742 in Nuth en is kort daarna gestorven.

In 1728 erfde Leonard van zijn tante Catharina een groot deel van haar bezittingen. Op 3 maart 1738 maakte Cornelia Sijpers, gehuwd met Leonaerd Slangen, ziek te bed liggend in haar woonhuis te Grijzegrubben, haar testament. Erfgenaam was haar zoon Joannes, maar tegelijkertijd werd vastgelegd dat haar man alle rechten op de goederen behield. Andere kinderen worden niet genoemd; ze zijn dus zeer jong overleden. In 1741 kocht Leonaerd, nu gehuwd met Maria Roox in de buurt van Grijzegrubben 5 percelen grond (totaal 650 klein roeden) voor 816 gulden en zeventien stuivers. Leonard betaalde 72 gulden meteen en nam schulden van in totaal 555 gulden over. De rest moest binnen 3 maanden betaald worden. In 1742 leende Leonaert 250 gulden tegen 5% van de weduwe Canisius. Tot onderpand dienden 236 kleine roeden akkerland in de Reukender Kamp, grenzend aan het voetpad van Reuken naar Hellebroek, 100 kleine roeden beemd "de horsel", grenzend aan hof Dael, 60 kleine roeden akkerland "op den cop" en alle onroerende goederen die hij op 6 december 1741 gekocht had. Deze lening werd afgelost op 4 december 1747. Op 14 juli 1743 werden er afspraken gemaakt tussen Leonaerd, zijn tweede echtgenote Maria Roex en de voogden Jan Slangen en Geurt Bosch, handelend voor Joannes Slangen, kind uit het eerste huwelijk van Leonard. Er werd vastgelegd dat Joannes alles zou erven indien het tweede huwelijk kinderloos zou blijven. Indien Maria Roex als weduwe zou achterblijven behield zij wel het vruchtgebruik. Maar als uit het huwelijk kinderen geboren zouden worden, zouden allen gelijkelijk delen. In 1748 werden de bezittingen van de ouders van Maria Roex aan het Molenveld verdeeld. Het huis, geschat op 600 gulden werd onder de 4 kinderen verdeeld. Leonard kreeg  o.a een morgen land in het Nirvenderveld. In 1751 werd bij de schepenbank de aankoop van 2 percelen grond ingeschreven die Leonard al in 1734 gekocht had. In totaal waren het 53 kleine roeden aan de Geijtsberg en aan de weg naar Nagelbeek.In 1753 leende Leonard Slangen 250 gulden tegen 5% van de weduwe Matthijs uit Maastricht en stelt tot onderpand dezelfde goederen als in 1742.Ook leent hij 300 gulden van de weduwe Canisius met als onderpand zijn huis met koolhof en weide en een halve bunder akkerland aan de Peutscuijl. In 1755 stelde Lenaert 12 percelen grond beschikbaar als onderpand voor zijn zoon. Het betrof in totaal 13 morgen en 117 kleine roeden, gelegen in Grijzegrubben, o.a. aan de Baersgrubbe en aan de Sittarderweg.

VII.6 Joannes Slangen en Ida Adriaens      Nuth (dorp)
(zoon van VI.5, kleinzoon van V.3)
Joannes is geboren op 24-1-1694 in Nuth en is daar gestorven op 30-3-1766. Hij werd 72 jaar. Hij trouwde op 15-1-1724 in Nuth met Ida Adriaens (Adrians) uit Spaubeek. Zij is in Nuth gestorven op 7-10-1748. Ze woonden in de Dorpstraat (op de hoek met de huidige Valkenburgerweg). Joannes kon schrijven, sommige van zijn kinderen ook.
Ze hadden 10 kinderen, waarvan er 4 vermoedelijk jong stierven. 
1. Anna Catharina is geboren op 30-11-1724 en is gestorven op 14-12-1782  in Voerendaal (58 jaar oud). Ze trouwde op 30-8-1750 in Nuth met Henricus Muijrers (Murers). Hij overleed in Voerendaal op 24-6-1772. Ze woonden in Ubachsberg en hadden 9 kinderen. In 1758 verkocht Hendrik aan zijn broer 36 kleine roeden land voor 25 stuiver per kleine roede. Het land was belast met een kop rogge jaarlijks aan de Kruisbroeders in Aken. In 1759 verkoopt hij hem nog eens 50 kleine roeden, nu voor 19 stuiver. En in 1760 verkoopt hij 90 kleine roeden akkerland voor 21 stuiver per kleine roede. In 1764 verkochten ze twee percelen grond (100 roeden aan de Vloetgraaf en 145 roeden aan het Clootsbosch) voor 22,5 croon. Hiervan werd 10 croon gebruikt om een lening af te lossen.
2. Elisabeth is geboren op 18-3-1726  en is gestorven op 9-12-1796 in Maastricht op 70-jarige leeftijd. Ze trouwde op 13-2-1748 in Maastricht met Joannes Frissen. Hij is geboren op 8-11-1703 in Wijnandsrade, ze woonden in het deel van Aalbeek dat bij Wijnandsrade hoorde. Ze hadden een zoon en een dochter. Op 28-6-1767  trouwde Elisabeth in de Hervormde kerk in Klimmen opnieuw met  Matthias Baltussen uit Aalbeek. Ze kregen één dochter. Mathias overleed op 18-1-1790 in Hulsberg en Elisabeth is gestorven op 9-12-1796 in Maastricht, 70 jaar oud. In 1751 verkocht Joannes Frissen, gehuwd met Elisabeth Slangen 76 kleine roeden akkerland in het Achterveld onder Nuth voor 29 stuivers per kleine roede. Verder had de koper nog 100 latten geleverd.
3. Joannes is geboren op 1-12-1727 en gestorven op 15-1-1790 in Hunnecum, 62 jaar oud. Hij trouwde op 1-4-1761 in Nuth met Cornelia Douven, die is geboren op 28-3-1726 in Nuth en gestorven in 1797 of 1798.        VIII.11
4. Maria is geboren op 21-2-1730 en is gestorven voor 1733.
5. Anna Maria is geboren op 26-1-1732 en  is gestorven op 6-2-1799 in Hellebroek, 67 jaar oud. Ze trouwde op 10-1-1766 in Nuth met Peter Bruls, weduwnaar, geboren op 12-4-1726  en gestorven op 2-11-1795 in Hellebroek (69 jaar oud). Na zijn overlijden woonde Maria als kostganger bij Everard Cornelissen en zijn vrouw in Hellebroek. In 1794 lieten ze een testament maken om zeker te zijn dat alle kleinkinderen evenveel zouden erven, “beducht sijnde dat naar hunne aflijvigheit questien en geschillen mochten gemoveerd worden”. In 1795 hadden ze een huis met schuur en stallen in Hellebroek en nog een gebouw aan de Menstraat (nu Brakkegats). Ze hadden ongeveer 34 grote roeden grond, het meeste in de Menstraat.
6. Matthias is geboren op 26-1-1732 en is gestorven op 3-2-1808 in Nuth, 76 jaar oud. Hij trouwde op 24-10-1764 in Nuth met Joanna Maria Biesjans, geboren op 16-5-1740 in Nuth en daar gestorven op 24-7-1815 op een leeftijd van 75 jaar.         VIII.12
7. Wilhelmus  is geboren op 13-11-1733 en is gestorven op 12-6-1805 in Nuth, 71 jaar oud. Hij trouwde op 5-2-1760 in Nuth Anna Maria Houben, geboren op 8-11-1735 in Amstenrade en gestorven op 25-6-1819 in  Nuth, 83 jaar oud.           VIII.13
8. Joannes Petrus is geboren op 10-2-1736 en voor 1739 gestorven.
9. Joannes Petrus is geboren op 19-3-1738.          
10. Ida is geboren op 3-10-1741

In 1726 verkocht Joannes aan zijn broer Christian 85 kleine roeden akkerland aan de Kinkevoerdersweg. Dit land had Joannes een week eerder voor 97 gulden en vijftien stuivers gekocht. Het land was belast met anderhalve malder haver in de cijnskaart van de Nieuwenhof. In de akten wordt de naam van beiden als Slanghen geschreven. In 1726 en 1727 kocht Joannes twee keer 112 kleine roeden land op de Raderweg te Wijnandsrade,  alsmede 80 roeden land aan Oppenerhage, elke kleine roede aan 24 stuivers en twee oort. In 1732 verkocht Joannes 80 kleine roeden land "int achtervelt" aan de Kinkevoerdersweg te Wijnandsrade, voor 24 stuivers en twee oort per kleine roede.  

VII.7 Bavo Christianus Slangen en Cornelia Stijpers / Agnes Witmackers  Hoensbroek, Schinnen, Nuth (dorp)
(zoon van VI.5, kleinzoon van V.3)
Christian is gedoopt op 11-4-1701 in Nuth, hij wordt ingeschreven als Schlangen. Hij overleed plotseling op 11-1-1753 in Nuth (dorp), 51 jaar oud. Op 12-1-1722 trouwde hij in Hoensbroek met Cornelia Stijpers (Stipers). Beiden konden niet schrijven. Neelken was weduwe en had 2 kleine kinderen. Via haar eerste man had ze 50 pattacons geërfd, waarvan 27 in natura (meubels, vee), bestemd voor haar kinderen. In 1724 liet ze vastleggen dat de langstlevende (zijzelf of Christian) daarover tot de dood kon beschikken. In 1726 kocht Christian van zijn broer Joannes 85 kleine roeden akkerland aan de Kinkevoerdersweg. Cornelia wordt in de akte als echtgenote genoemd. In 1729 leende Christiaan aan zijn vader Steven 100 gulden. Christiaan kreeg in ruil 108 roeden land. Mocht zijn vader de 100 gulden niet kunnen terugbetalen, dan verviel het land aan Christiaan.
Christiaan trouwde daarna met Agnes Wittmackers (Wittmeckers, Wijtmaekers) en woonde met haar in Schinnen (dorp). Zij is gedoopt op 14-7-1700 in Schinnen en daar begraven op 9-9-1770. Agnes had een onwettige zoon, geboren in 1732; de vader is in 1743 gevlucht omdat hij genoemd werd als Bokkenrijder. Van het overlijden van Cornelia en het huwelijk met Agnes zijn geen akten bekend. Uit beide huwelijken zijn geen kinderen bekend. In 1747 had Christiaan een hooglopende ruzie met zijn vrouw en vermoedelijk vertrok hij daarna naar Nuth. In 1759 is door Agnes voor de schepenbank een beroep op de akte uit 1729 gedaan, waarbij Christiaan 108 roeden land kreeg. In 1749 had Christian ook grond aan de Drinck in Nuth. Dit is bij de kerk en vermoedelijk woonde hij daar ook.

Echtelijke ruzie.
Het huwelijk van Christiaan en Agnes was niet zonder problemen. Op 29 november 1747 rond 3 uur kregen ze weer eens hooglopende ruzie. De buren, Gerardus Lenaerts en zijn vrouw Anna, hoorden Christiaan schelden en roepen : "ick sal digh nu krijgen en geven dat ich digh langh gedreijght heb". Ze zagen dat hij met een armdikke stok op haar insloeg, zelfs toen ze op de grond lag. Hij zette haar daarna buiten de deur. Een andere buurvrouw, Elisabeth Dederen, hoorde van verre een hoop geschreeuw. Agnes stond bebloed aan de deur met een wond aan haar hoofd. Toen ze samen naar binnen gingen begon Christiaan weer op haar in te slaan, roepende: carnalie, hoer etc. De vrouwen renden weer naar buiten en Elisabeth ging hulp halen. Toen ze terugkwam zag ze dat Christiaan op straat zijn vrouw sloeg tot ze in het karrespoor bleef liggen. Christiaan was toen met een bijl het huisraad kapot aan het slaan. Agnes greep de bijl, maar Christiaan probeerde die weer terug te krijgen en sleepte Agnes door het huis. Agnes vluchtte met de bijl naar buiten en Christiaan ging binnen door met vernielingen.
1 december 1747 inspecteerden 2 schepenen het huis van Christiaan en "hebben bevonden dat op de deure differente klatze bloet waeren ende op den stijle oock een groote plaetse met bloedt besmet was". Chirurgijn Kerckhoffs onderzoekt de verwondingen van Agnes en rapporteert twee verwondingen, een boven haar rechter oog en een aan de linkerarm, de laatste afkomstig van een scherp voorwerp.
Op 19 december wordt verslag gedaan aan de schout. Deze legt aan Christiaan een boete van 20 goudguldens op.
Bokkenrijders?
Twee broers van Agnes zijn als lid van de Bokkenrijders veroordeeld. Hendrik (Mariën Hentjen), die in Schinnen achter de kerk woonde, bekende op 25 en 26 november 1743 na marteling op de uitkijk te hebben gestaan bij diefstallen in een winkel op de Steenweg in Sittard, in de kerken van Spaubeek en Wijnandsrade en de kapalanie in Hoensbroek. Hij kreeg daarvoor iedere keer betaald (bedragen van 12 stuivers, 2 schellingen, 1/2 pattacon en 12 schellingen). Bovendien bekende hij 16 jaar geleden samen met Geerlingh Daniels (later aanvoerder van de Bokkenrijders) een schaap gestolen te hebben. Hij werd op 17 december 1743 aan een paal gewurgd en daarna verbrand. Verder werd zijn huis afgebroken en er mocht 100 jaar niet meer op die plaats gebouwd worden. Zijn broer Richard, die in Hegge woonde, werd ook beschuldigd maar wegens ziekte niet gearresteerd. Hij overleed 16 november 1743. Bij zijn verhoor noemde Hendrik ook Jan Sijben, waarmee zijn zus Agnes een relatie had, als Bokkenrijder. Jan ontsnapte aan veroordeling door te vluchten.


VII.8 Petrus Slangen en  Catharina  Ackermans    Nuth (dorp)
(zoon van VI.5, kleinzoon van V.3)
Petrus is geboren op 13-9-1707 in Nuth en ingeschreven als Schlangen. Hij is in Nuth gestorven op 18-3-1743, 35 jaar oud. Hij kon niet schrijven. Hij trouwde op 31-10-1738 in Nuth met Catharina Ackermans (Enckermans) die op 8-2-1716  in Nuth is geboren. Cathrijn is hertrouwd en stierf op 24-9-1770 in Nuth.
In 1740 kocht Peter van de Markies van Hoensbroek een weiland in Kathagen, groot 2 á 3 sillen, voor 50 pattacons. De grond was eerder van zijn schoonvader, die er al 100 gulden voor betaald had. De overige 100 gulden bleef Peter schuldig aan de Markies. Na opmeting bleken het 271 kleine roeden te zijn. Een week later verkoopt Peter de grond bij een notaris in Maastricht voor 298 gulden (22 stuiver per kleine roede). Die verkoop is blijkbaar niet doorgegaan want in 1742 verkoopt Peter, samen met zijn vader, de 271 kleine roeden voor 35 stuiver per kleine roede ofwel 474 gulden. De schuld aan de Markies werd daarmee afbetaald.
Petrus en Cathrijn hadden 4 kinderen; van de drie zoons zijn geen kinderen bekend.
1. Christianus is geboren op 30-8-1739; hij leefde in 1775 nog en bezat toen een perceel grond in Nuth.    
2. Lambertus is geboren op 12-12-1740 en is ongehuwd gestorven op 30-11-1760 in Nuth , 19 jaar oud
3. Hermanus is geboren op 8-3-1742, verder is niets van hem bekend.      
4. Maria Catharina is geboren op 12-5-1743. Ze trouwde op 26-4-1772 in de Martinuskerk in Maastricht met Wilhelmus Blonden afkomstig uit Eijsden. Catharina is gestorven voor 1788 (dan trouwt Wilhelmus opnieuw). Ze hadden één dochter.

VII.9 Leonardus Slangen en Elisabeth Ortmans   Grijzegrubben, Nuth
(zoon van VI.6, kleinzoon van V.4)
Lendert is gedoopt op 8-10-1699 in Grijzegrubben en is overleden op 16-3-1778 in Nuth-dorp, 78 jaar oud. Hij trouwde op 4-2-1734 (34 jaar oud) in Nuth met Elisabeth Ortmans. Ze is gedoopt op 10-1-1683 in Nuth. Ze was weduwe en 16 jaar ouder dan Lendert; ze is aan buikloop gestorven op 9-10-1747 in Grijzegrubben, 64 jaar oud. Er stierven in dat jaar in Nuth 70 mensen door een uitbraak van dysenterie. In 1775 woonde Lendert bij de kerk in Nuth, maar hij had geen eigen huis.
In 1737 koopt Lendert, samen met een zoon van zijn vrouw uit het eerste huwelijk 551 kleine roeden akkerland in de buurt van Grijzegrubben (Paltsmanneken, Peulken) voor 14 stuiver per kleine roede. Hij ondertekent de koopakte met Lijenaert Slangen.
In 1775 had hij volgens het schatboek van Nuth 7 percelen ploegbaar land (44 grote roeden), vooral rond Grijzegrubben. Ook had hij 6 grote roeden beemd in Hellebroek en 15 grote roeden weiland in Hellebroek en Tervoorst.
Er zijn geen kinderen bekend..

VII.10 Joannes Slangen en  Elisabeth Voncken        Helle (Nuth), Schimmert, Beek
(zoon van VI.7, kleinzoon van V.5)
Jan is geboren op 2-10-1703 in Schimmert en is daar gestorven op 16-1-1757, 53 jaar oud. Jan kon schrijven. Hij trouwde op 4-6-1730 in Spaubeek met Elisabeth Voncken. Ze is op 25-9-1706 gedoopt in Hulsberg en in Beek gestorven op 25-11-1776, 60 jaar oud. Vanaf ongeveer 1741 en zeker tot 1751 woonden ze in Beek op “de hoff Broeck”. Later kochten ze een boerderij in Schimmert. Ze hadden 11 kinderen. De eerste 6 kinderen werden in Schimmert gedoopt, de rest in Beek. Vier kinderen woonden later in Maastricht.
1. Maria is geboren op 18-3-1731 en is gestorven op 30-3-1805 in Aalbeek, 74 jaar oud. Ze kon niet schrijven. Ze trouwde op 1-9-1760 in Schimmert met Joannes Wouters. Hij is geboren op 16-8-1725 in Klimmen en is in Aalbeek gestorven op 13-7-1776, 50 jaar oud. Ze hadden 4 kinderen. In 1760 kochten Joannes en Maria in Aalbeek een boerderij met in totaal 7,5 bunder grond. Die grond bestond uit 345 kleine roeden erf en huisweide en 300 kleine roeden akkerland. De prijs was 1330 gulden. Joannes betaalde 330 gulden meteen en over de rest betaalde hij 5 % rente. Als borg voor die lening stelde hij al zijn bezittingen. In 1800 woonde Maria met een zoon en zijn vrouw in Aalbeek. 
2. Elisabetha is geboren op 18-3-1733. Ze trouwde ca 1765 met Joannes Lammerschop, dagloner, gestorven op 14-8-1813, 80 jaar oud. Elisabeth is dan al overleden. Joannes kon niet schrijven. Er is één dochter bekend.
3. Catharina is geboren op 26-8-1734. Ze trouwde op 13-4-1766 in Beek met Renerus Seijen (Sijen), landbouwer, gestorven 1-3-1808 in Beek. Catharina was toen al dood. Ze hadden 3 kinderen.
4. Amerentia (Amerenz) is geboren op 27-6-1736. Ze trouwde op 4-10-1761 in Beek met Wilhelmus Goffin, afkomstig uit Puth. Vanaf 1780 wonen ze in Puth. In 1796 woont Amerenz daar met haar man en één kind; 2 kinderen zijn in 1781 aan dysenterie jong overleden. Wilhelmus overlijdt op 6-4-1808 in Schimmert en Emerentia op 3-3-1817, 80 jaar oud. 
5. Joannes is geboren op 16-3-1738 en is gestorven in Lanaken op 19-3-1807, 69 jaar oud. Hij trouwde met  Maria Josepha Galleij (Geley, Gallé), geboren in 1751 in Lanaken. Ze was weduwe en is gestorven op 26-7-1813 in Maastricht. Ze gingen in Lanaken wonen en zijn stamvader van een Belgische tak.    VIII.18
6. Anna is geboren op 28-6-1740 en overleden op 11-12-1795, 55 jaar oud. Ze trouwde op 10-4-1763 in Meerssen met Martin Last, een timmerman geboren in Ulestraten. Ze woonden in Waterval; Martin is daar gestorven op 2-4-1815, 84 jaar oud. Ze hadden 6 kinderen, waarvan er 2 jong stierven.
7. Lambertus is geboren op 17-8-1742. Verder is niets met zekerheid van hem bekend. Op 1-12-1791  is in Maastricht geboren en in de Catharinakerk gedoopt Johan, onwettige zoon van Lambert Slange en Catharina Hagemans. Of het daarbij om deze Lambertus gaat is niet zeker. Catharina is vermoedelijk de Catharina die op 4-6-1754 in Spaubeek is geboren en op 12-9-1818 ongehuwd in Maastricht is gestorven.
8. Michael (Machiel) is geboren op 17-8-1742 als tweelingbroer van Lambertus. In 1779 is hij doopgetuige bij een kind van zijn zus Ida.      
9. Caspar is geboren op 22-8-1744 en is gestorven op 11-5-1821 in Maastricht, 76 jaar oud. Hij trouwde op 19-1-1780 in Arnhem met Anna Sibilla van Betuw. Zij is geboren in Arnhem ca 1751 en is gestorven op 28-2-1811 in Maastricht.             VIII.20
10. Ida is geboren op 13-8-1747 en is gestorven op 25-5-1822 in Maastricht, 74 jaar oud. Zij trouwde op 14-8-1774 in Maastricht met Philip Tonnaer, die van beroep poortwachter was. Hij is geboren op 13-10-1736 in Haaren (D) en is gestorven op 1-3-1801 in Maastricht, 64 jaar oud. Ze hadden 6 kinderen, waarvan er in 1801 nog 4 leefden. Hun zoon Wilhelmus diende in het leger van Napoleon in het 48-e Regiment Infanterie (december 1806 tot juni 1809). Na het overlijden van Philip werd het huis in de Hoogbrugstraat in Wijck bij opbod verkocht. Op het huis zat nog een schuld van 1100 gulden. Ook werden 3 percelen grond in het Limmelderveld verkocht (5 grote en 13 kleine roeden land en 2 grote roeden bos).
11. Helena is geboren op 19-9-1750. Ze trouwde op 29-4-1786 in Utrecht met Valentijn Kloek. Ze woonde voor haar huwelijk aan de Gaarenbrug. Valentijn was afkomstig uit Wamel en burger van Utrecht. In 1788 kregen ze een dochter die in de katholieke kerk aan de Walsteeg gedoopt werd. Joannes Slangen (haar broer?) is doopgetuige. In 1786 verkoopt Helena 2 percelen grond uit de erfenis van haar ouders aan Joannes Slangen, neef van haar vader. Helena sterft voor 1796, want dan hertrouwt Valentijn.

Jan en Elisabeth woonden eerst in Helle (Nuth), waar ook haar ouders woonden. Helle ligt dichter bij Hulsberg en Schimmert dan bij Nuth. Elisabeth en ook haar kinderen werden gedoopt in Hulsberg of Schimmert. 
In 1731 erfden ze een deel van de huisweide (345 kleine roeden) en akkerland  van de ouders van Elisabeth. Het ging om 5 percelen akkerland bij Helle, totaal 881 kleine roeden.
In 1732 verkochten ze 100 kleine roeden akkerland in het Eggersdael in Wijnandsrade voor 18 stuiver per kleine roede.
In 1735 leende Jan 400 gulden van het Adelijk Convent St. Gerlach tegen 5 % rente. Met dit geld kocht hij vier en een halve morgen weiland en een anderhalve morgen akkerland in Aalbeek die zijn zwager in 1731 geërfd had. Hij borgde met de 6 percelen grond bij Helle, tesamen 13 morgen, 3 grote en 6 kleine roeden die hij in 1731 geërfd had.
In 1751 verkochten Jan en Elisabeth 978 kleine roeden weiland en akkerland  in Helle voor een totaalbedrag van 1564 gulden Maastrichter koers. Het ging om de weide in Helle en 3 percelen akkerland daar in de buurt die ze in 1731 geërfd hadden. Het was belast met een schuld van 500 gulden (400 gulden aan het adelijk klooster St. Gerlach) en met 2,5 kop rogge jaarlijks voor de kerk van Nuth. Bovendien zou de koper aan 2 van de kinderen (Jan en Elisabeth) als schikking 8 pattacons betalen. Waarom is niet duidelijk; niet iedereen was het blijkbaar met de verkoop eens. De oudste dochter Maria woonde toen bij haar grootvader op de Kelmonderhof. Beiden waren het met de verkoop niet eens en maakten gebruik van een regeling dat familieleden binnen een jaar de verkoop konden terugdraaien. De grond kwam op naam van Maria, die daardoor een schuld van 1165 gulden en 6 stuiver bij haar vader kreeg. De koper, Cornelis Lemmens, weigerde echter de grond terug te geven zodat Maria (samen met haar vader en grootvader en haar oom Willem Ackermans, die schepen in Nuth was) de procureur van justitie in Nuth moest inschakelen om de grond terug te krijgen. In 1755 verkocht Maria de grond voor 1956 gulden aan haar oom Lambert Raven, pachter op de Kelmonderhof. Raven betaalde 1431 gulden en nam ook de schulden over. In 1757 betaalde hij de schuld aan het klooster St. Gerlach af.
Na het overlijden van Jan is hun oom Lambert Raeven voogd van de kinderen. Hij verkoopt dan 52 kleine roeden akkerland op de Aalbekerberg voor 78 gulden en betaalt daarmee de kinderen het bedrag dat zij van hun grootvader Jan Slangen hebben geërfd.
In 1774 werden de bezittingen van het echtpaar Slangen-Voncken verkocht. Van de kinderen worden Anna en Lambertus niet genoemd; Anna leefde toen zeker nog. De bezittingen bestonden uit een huis met stallingen en schuur en 91 kleine roeden grond aan de Dorpstraat in Schimmert, belast met 3 kop rogge aan de kerk van Valkenburg, en 74 kleine roeden weiland in de Steeg. Het huis was zeer bouwvallig en moest opnieuw opgebouwd worden. De verkoopprijs was 911 gulden Maastrichtse koers. Verder erfden Joannes, Machiel en Helena samen 2 percelen grond (96 kleine roeden achter de Steeg en 54 kleine roeden achter Caelders weide aan de Grachtweg). Helena kocht in 1783 de aandelen van haar broer en zus in deze grond.

VII.11 Joannes Slangen en  Maria Catharina Smeets       Schimmert
(zoon van VI.9, kleinzoon van V.5)
Joannes is in Schimmert geboren op 4-8-1729 en is daar gestorven op 3-9-1795 (66 jaar oud). Hij trouwde op 4-10-1761  in Beek met Maria Catharina Smeets uit Geleen. Zij is geboren op 5-9-1736 en in Schimmert gestorven op 13-4-1809, 73 jaar oud. 
Ze woonden op de Steeg achter de kerk in Schimmert in het huis dat hij van zijn moeder had geërfd (met hof en weide groot 7 grote en 10 kleine roeden). Bovendien erfde hij 2 percelen grond in Nuth, 2,5 grote roede aan de Grachtweg en 10 grote roeden op de Poulscuijl.
In 1762 kocht Joannes 2 percelen grond voor in totaal 128 gulden en 16 stuivers. Het gaat om 2 grote en 7 kleine roeden achter de Aalbekerberg en 33 kleine roeden gelegen buitende Strouck. In 1767 kocht Joannes 2 percelen land in Schimmert, resp. 150 en 68 kleine roeden. Het laatste was belast met een vat koren jaarlijks voor de kerk van Schimmert.
In 1768 leende Joannes 400 gulden van het Augustinenklooster in Maastricht tegen 4,5 % rente. Tot onderpand dienden 64 kleine roeden op het Bergerlant, 125 kleine roeden akkerland aan de Grachtwegh, en een halve bunder en 50 kleine roeden aan de Poulscoul. In 1780 leent hij daar nog eens 250 gulden met als onderpand zijn huis, moeshof en huisweide (samen 150 kleine roeden), de twee percelen die hij in 1767 gekocht had en nog een perceel van 45 kleine roeden in het Kerkeveldje. In 1774 koopt Joannes 30 kleine roeden grond in Schimmert en 65 kleine roeden in de Aalbeker-delle onder Nuth voor 2 gulden en 10 stuiver per kleine roede. In 1776 heeft hij 6 percelen grond (18 grote en 7 kleine roeden) in Schimmert in eigendom en 4 percelen (6 grote roeden) in Nuth. In 1786 koopt Joannes 562 gulden en 10 stuivers 2 percelen grond van Helena, dochter van zijn neef Joannes. Het gaat om 96 kleine roeden achter de Steeg en 54 kleine roeden aan de Grachtweg achter Caelders weijde.
Ze kregen 4 kinderen, waarvan er 2 jong stierven.
1. Anna Catharina is geboren op 22-3-1762 en gestorven op 6-4-1762, twee weken oud.
2. Henricus is geboren op 25-1-1764 en is in Schimmert gestorven op 19-2-1787, 23 jaar oud.
3. Gerardus is geboren op 18-2-1766 en is in Schimmert gestorven op 15-3-1849, 83 jaar oud  Hij trouwde op 19-4-1811 met Maria Gertrude Muijlkens die gedoopt is in Schimmert op 15-2-1769. Ze stierf daar op 22-4-1842, 73 jaar oud.            VIII.21
4. Anna Catharina is geboren op 26-12-1769 en is gestorven op 28-12-1850 in Schimmert . Ze trouwde op 19-2-1802 in Schimmert met Godfried Sijen (Zijen). Hij was arbeider en is geboren op 26-6-1766 in Schimmert en daar  gestorven op 30-5-1838. Catharina werd 81 jaar en Godfried 71. Ze woonden bij de kerk in Schimmert en hadden daar een eigen huis met tuin en boomgaard (1800 m2). Toen Catharina overleed had ze ook nog een halve hectare grond. Ze hadden 5 kinderen, waarvan er 2 jong overleden.  

VII.12 Cornelius Slangen en  Anna Maria Bemelmans      Schimmert (op de Bies)
(zoon van VI.9, kleinzoon van V.5)
Cornelius (Nelis) is geboren op 14-9-1731 in Schimmert en daar gestorven op 23-4-1810, 78 jaar oud. Hij trouwde op 6-11-1761 in Schimmert met Anna Maria Bemelmans. Zij is geboren in Schimmert op 10-3-1737 is daar gestorven op 18-3-1813 (76 jaar oud). Nelis was koopman; hij kon schrijven.
In 1767 verkocht Nelis aan zijn zwager Bartel Bemelmans 122 kleine roeden akkerland in het Straetenderveld voor 38 stuiver per kleine roede. Hij kocht samen met Bartel Bemelmans van zijn zwager Wilhelmus Bemelmans 11 percelen rond de Bies, samen 730 kleine roeden voor 2 gulden per kleine roede.In 1775 had hij ook 5 grote roeden land in Nuth.
Nelis had 5 kinderen, die allemaal op de Bies geboren werden. Drie stierven er jong.
1. Henricus is geboren op 29-8-1762 en gestorven op 1-9-1834 in Schimmert, 72 jaar oud. Hij trouwde op 10-5-1802 in Schimmert met Maria Margaretha  Diederen. Zij is geboren op 22-5-1775 in Terstraten (Nuth) en is gestorven op 16-8-1851 in Schimmert. Ze werd 76 jaar.     VIII.22
2. Joannes Wilhelmus is geboren op 9-9-1764 en is gestorven op 15-2-1805 in Schimmert. Hij trouwde op 14-6-1794 in Spaubeek met Joanna Hodiens. Zij is geboren op 7-7-1765 in Spaubeek en is in Schimmert  gestorven op 19-10-1834. Wilhelmus werd 40, Joanna 69 jaar oud     VIII.23
3. Petrus is geboren op 4-5-1767 en op de Bies gestorven op 23-11-1773, 6 jaar oud.
4. Bartholomeus is geboren op 22-10-1769 en is gestorven op 20-11-1773 , 3 dagen voor zijn oudere broertje.
5. Maria Catharina is geboren op 18-12-1773 en is op de Bies gestorven op 3-2-1796, 22 jaar oud.

VII.13 Andreas Slangen en  Maria Meijers    Gulpen, Heerlen, Maastricht 
(zoon van VI.12, kleinzoon van V.13)
Andreas (Andries) is geboren op 3-9-1702 in Gulpen. Hij kon schrijven; in 1721 trad hij namens een kannunik van St. Servaas als gemachtigde op bij de schepenbank Gulpen. Hij trouwde op 26-1-1726 in de Hervormd kerk in Heerlen en op 10-2-1726 in de katholieke kerk in Gulpen met Maria Meijers (Meijerts, ook wel Cremers) uit Heerlen. Andries woont in Gulpen, Heerlen en Maastricht (in de Batterijstraat). Maria is begraven op 1-4-1750 en Andreas op 17-3-1752. Ze woonden toen in de Batterijstraat, de uitvaart was in de Catharinakerk.
In 1730 leende Andreas 500 gulden van de Ursulinen in Aken tegen 5 % rente, terug te betalen na 3 jaar. Als onderpand diende ¼ deel van de erfgoederen die hij van zijn schoonvader Philip Meijers zou krijgen. Omdat Andreas het geld niet terug kon betalen gingen de Ursulinen in 1734 naar de rechter die bepaalde dat ¼ van de erfgoederen verkocht moest worden om de schuld te betalen. In 1737 kocht Andries in Gulpen het huis “de Roos” (zijn geboortehuis) voor 480 gulden. Het huis, dat door zijn vader verhuurd was, werd na diens dood bij opbod verkocht. Andries maakte gebruik van zijn recht om het binnen een jaar na verkoop terug te kopen. In 1749, hij woont dan in Maastricht, heeft hij een schuld bij de pastoor van Gulpen, waarvoor hij borgde met grond van zijn schoonvader.
Ze hadden 5 kinderen.
1. Balthasarus is geboren op 3-1-1727 in Gulpen en is daar gestorven op 30-11-1743 (17 jaar oud)
2. Joannes Philippus is geboren op 11-9-1728 in Gulpen. Hij is gestorven op 7-12-1748 in Maastricht in de Batterijstraat, 20 jaar oud.
3. Maria Catharina is geboren op 1-11-1730 in Gulpen. Zij trouwde met Gerardus van Holsaets. Hij is (vermoedelijk) geboren op 3-4-1730 in Stokkem (B). In 1755 woonden ze in Gulpen (geboorte dochter), en in 1773 in Leuven. Gerardus overleed daar op 17-11-1787; het overlijden van Maria Catharina is niet bekend. In 1801 was ze in Leuven bij het huwelijk van een dochter.
4. Maria Ida is geboren op 5-1-1733 in Heerlen; achternaam Schlangen. Van haar is niets bekend.  
5. Christianus is geboren op 18-11-1735 in Heerlen. Christian werd op 14-4-1762 militair (soldaat) en ging met het schip Velsen van de VOC naar Indië. Hij is op 26 -11-1762 overleden, drie dagen voor de aankomst in Batavia. Hij was toen 26 jaar oud.

VII.14 Eustachius Slangen en  Maria Catharina Schuffelers      Gulpen
(zoon van VI.12, kleinzoon van V.13)
Eustachius is geboren op 29-11-1705 in Gulpen en trouwde daar op 5-8-1736 met Maria Catharina Schuffelers (Schiffeleers). Eustachius is gestorven op 15-11-1737 in Gulpen, een paar maanden na de geboorte van zijn eerste kind. Hij was 32 jaar oud. Eustachius zat op het gymnasiun van de Jezuieten in Maastricht.
1. Maria Catharina is geboren op 23-7-1737 in Gulpen en is daar gestorven op 4-6-1740, 3 jaar oud.

De tak Eustachius, die rond 1600 in Maastricht begon, is hiermee in de regio Maastricht-Gulpen uitgestorven. Mogelijk is een aantal zonen naar elders vertrokken want niet van iedereen is bekend waar hij gebleven is. In 1738 bewoonde in Eupen het echtpaar Slangen-Jansen een huis "genoemt de Coninck von Spagnien", maar of dat afstammelingen van de tak Eustachius zijn is niet duidelijk.